De rol van de verzamelaar

Het is goed te beseffen dat zes van de negen schilderijen in dit kabinet door particulieren aan het museum zijn geschonken: twee andere schilderijen, het interieur van Ensor en het bloemstilleven van Redon, maakten deel uit van de Collectie van Beuningen, die in 1958 voor een vriendenprijs kon worden verworven. Zo is veel openbaar kunstbezit in Nederland tot stand gekomen: door burgerzin van vermogende liefhebbers. Later getuigen de musea die zo werden gevuld van de smaak van die liefhebbers van toen en van hun adviseurs. In dit kabinet klinkt wat dat betreft een zekere voorliefde voor het kleine formaat en de bescheiden voordracht door. De stille kunst van Redon, Vuillard, de liefdevolle observatie van het eigen interieur door Ensor, Wouters’ portet van zijn vrouw Nel. Wie met gemeenschapsgeld voor een openbare instelling verzamelt, koopt dikwijls anders. De overheid die betaalt wil vaak al van tevoren weten waarom een werk gekocht moet worden, en stelt ook vragen over het beleid. De overheid houdt van nota’s, de verzamelaar van kunst