De Collectie Verrijkt
Zaal 10
Rembrandt en de kleine meesters
Met het portret van een jongen aan zijn lessenaar verwierf Museum Boijmans in 1940 een van de mooiste Rembrandts in Nederlands openbaar kunstbezit. De Vermeer, die een Rotterdams particulier in 1869 aan het museum had toegedacht, hangt nu in het Louvre, omdat de stad er geen successierecht voor wilde betalen. Met dat meesterwerk erbij, zou het museum van alle grote Hollandse schilders een of meer topstukken hebben gehad. Maar grote namen zijn niet alles, en zeker niet in de Hollandse kunst. Niet alleen waren er meer schilders in de Gouden Eeuw dan ooit tevoren, maar veel van de betrekkelijk onbekende meesters hebben zo nu en dan iets heel bijzonders gepresteerd. Rembrandt heeft hier goede buren aan een stilleven van zijn Duitse leerling Paudiss en een portret van een zekere De Bye. En Samuel van Hoogstraten, een meestal teleurstellende schilder, die vooral als theoreticus zijn plaats in de geschiedenis heeft verdiend, treft nog steeds met dat portret van een jongen voor zijn boeken, die wordt herinnerd aan zijn dood.