‘Ik voel als het ware hun aanwezigheid’, schrijft Arie over de Japanse tempelwachters in het Rijksmuseum. Dat ervoer ook Rene uit Apeldoorn, die een tijdlang elke ochtend door een van de wachters ‘diep in de ogen’ werd gekeken. Dat deze sculpturen zo tot de verbeelding spreken, heeft ongetwijfeld te maken met hun imponerende verschijning. Alles aan deze hemelse wachters is groots: van hun wijd opengesperde ogen - zoals je ook in Japanse manga ziet - tot hun geprononceerde spierbundels.

Tempelwachters naastelkaar site andersom

Maker onbekend (Japan), Een paar tempelwachters, 14de eeuw | gepolychromeerd hout, H 220 cm | Rijksmuseum, Amsterdam | gesteunde aankoop uit 2007

De Vereniging Rembrandt kon mede dankzij de jaarlijkse bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds, onmisbare steun geven bij de aankoop van deze beelden. De verwerving was een bijzondere gelegenheid. Tempelwachters van dit kaliber komen namelijk nog maar zelden op de kunstmarkt.

Poortwachters

Na een lange tocht te voet, betraden Japanse pelgrims een tempelcomplex door de zogeheten Niō-poort. Dat open, houten poortgebouw werd dag en nacht bewaakt door beelden van deze twee hemelse wachters, Niō genaamd. Opgesteld aan weerskanten van de poort, hielden zij het kwaad op afstand. Vermoedelijk ligt hun oorsprong in India, net als die van het boeddhisme zelf. Op vroege Indiase reliëfs is al te zien hoe de boeddha beschermd wordt door sterke mannen.

Een goede band

De wachters zijn dan ook geen vijanden van de gelovigen. Japan kent festivals waarbij kinderen tussen de benen van tempelwachterfiguren door mogen kruipen. Ook worden er wel briefjes met wensen achtergelaten voor de wachters, in de hoop dat zij iets van hun hemelse energie af zullen staan. Volgens bepaalde legenden zouden de wachters zich soms heel letterlijk met het aardse leven bemoeien: van een sumoworstelpartij met een voorbijganger tot een helpende hand bij de landbouw in tijden van nood.

Foto tempelwachters Osaka

De wachters van het Rijksmuseum hebben in de loop der jaren iets van hun afschrikwekkende kracht ingeboet: ze zijn niet langer in felle kleuren beschilderd. Rood was de gebruikelijke huidskleur voor boeddhistische godheden met een afschrikwekkend karakter, maar ook groen komt voor – zoals bij deze wachters (met moderne polychromie) bij de tempel Shitennoji in Osaka.

Symbool voor kennis

Dat de wachters geen ongelikte beren zijn, bewijst ook het wapen dat zij vasthouden: deze vajra dient ter vernietiging van de onwetendheid. Samen staan de wachters bovendien symbool voor alle beschikbare kennis. De rechter (Agyō) spreekt de klank ‘a’, de linker (Ungyō) de ‘un’-klank – dat zijn de laatste en de eerste klank van het Sanskriet.

Yoshitoshi

Tsukioka Yoshitoshi, Lu Chi Shen in dronken woede de tempelwachter van de tempel Godaizan vernielend, 1887-90 | kleurenhoutsnede; lijnblok in zwart met kleurblokken, 72,8 × 24,6 cm | Rijksmuseum, Amsterdam

Het contact tussen tempelwachters en mensen verloopt niet áltijd vredig. Om toegang te krijgen tot een tempelcomplex waar dieven zich hebben verschanst, ziet de heldhaftige Lu Chi Shen - een beroemd romanpersonage - zich genoodzaakt het portaal en een tempelwachter af te breken.

Verschillende betekenissen

Oorspronkelijk bevonden deze wachters zich bij de tempel Iwayaji, vlakbij de Japanse stad Yokota. Nu de wachters in het Rijksmuseum staan, hebben zij hun oorspronkelijke functie, het beschermen van die tempel, verloren. Maar zonder betekenis zijn ze in Amsterdam beslist niet. Het museum heeft ze zelfs laten inwijden met een traditionele Japanse ceremonie. In de huidige context worden de sculpturen ook drager van nieuwe betekenissen. De wachter die Rene elke ochtend aankeek, symboliseert voor hem ‘de onmetelijke waarde van kunst die met alle mogelijke middelen bewaakt moet worden.’

Gesteund

Twee Japanse tempelwachters

Meer weten over de aankoop van de tempelwachters voor het Rijksmuseum? Bekijk de bijbehorende pagina in onze database.

Naar de database
Bekijk ook

Grafstele

Grafstele
Grafstele Allard Pierson header bijgesneden