In 2018 ontving Voerman Museum Hattem een onderzoeksbeurs uit het Ekkart Fonds van de Vereniging Rembrandt. Hiermee kon kunsthistoricus Kristian Kreeft een boek schrijven over de schilder Jan Voerman sr. Een van de mooiste ontdekkingen tijdens het onderzoek, was de vondst van enkele niet eerder gepubliceerde schetsboekjes, die een bijzonder verhaal vertellen over Voermans leertijd en zijn eerste jaren als zelfstandig kunstenaar.


Tekenen in Artis

Jan Voerman trok in 1876 naar Amsterdam om er aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te studeren. Een van zijn leraren was August Allebé, die in 1880 benoemd werd tot directeur. Allebé hechtte veel belang aan studie en zorgde er voor dat zijn leerlingen genoeg materiaal voorhanden hadden. Dit deed hij onder andere door de banden met Artis aan te halen, waardoor zijn leerlingen ter plaatse naar levende dieren konden tekenen. In de schetsboekjes van Voerman komen we dan ook bijvoorbeeld leeuwen tegen. Voor zover bekend heeft hij deze en andere exotische dieren nooit geschilderd, wat de tekeningen dus extra bijzonder maakt. Allebé zelf liet dieren juist wel in zijn werk figureren en gaf hen soms zelfs de hoofdrol.

Voerman sr_ Studie van leeuwinnen en een bok

Jan Voerman sr., Studie van leeuwinnen en een bok, ca. 1876-83 | schetsboekblad, 18,7 x 27,5 cm | familiearchief J. Voerman/A. Verkade

Tekenen naar model

Voerman hield zich verder ook druk bezig met het studeren naar model. Met name in de periode 1880-81, toen hij de academie te Amsterdam tijdelijk verruilde voor de Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen, nam dit een grote vlucht. Voerman kwam te werken onder Karel Verlat, een klassiek geschoold kunstenaar die in 1885 directeur werd en, in tegenstelling tot zijn Nederlandse collega, goed bereisd was. Voerman signeerde zijn schilderijen uit deze periode met zijn naam en voegde daar soms ‘Anvers’ aan toe, maar deed dat niet in zijn schetsen. Zodoende is niet altijd met volledige zekerheid te zeggen wat hij in Amsterdam vervaardigde, en wat in Antwerpen tot stand is gekomen.

Voerman sr_Modelstudie

Jan Voerman sr., Modelstudie, ca. 1876-83 | schetsboekblad, 22,1 x 13,9 cm | familiearchief J. Voerman/A. Verkade

De 'compositieklas' van Allebé

In de schetsboekjes treffen we naast losse figuur- en dierenstudies ook studies aan voor hele composities. Deze variëren van heel los opgezet, soms met maar een paar lijntjes, tot meer uitgewerkt waarbij details zoals kleding en gezichten goed zichtbaar zijn. De zogeheten ‘compositieklas’ werd door Allebé ingesteld en had als doel om de meest gevorderde leerlingen elke twee weken met een opdracht aan de slag te laten gaan. De leraar gaf hen een onderwerp, de leerlingen moesten daar vervolgens een compositieschets van maken. Het is dus goed mogelijk dat de meeste van Voermans studies nooit bedoeld zijn geweest voor schilderijen, al kunnen we sommige studies wel degelijk aan een schilderij koppelen. Nadat Voerman in 1883 de Academie verliet en zich als zelfstandig kunstenaar begon te ontwikkelen, bleef hij in Amsterdam wonen en schilderde hij vooral scènes die zich, buitenshuis of binnenhuis, afspelen in de Joodse buurt van de stad. Voor het schilderij Weduwe bij den Uitdrager, thans in het Joods Historisch Museum, tekende hij maar liefst drie composities.

Voerman sr_Studie voor een interieurscène

Jan Voerman sr., Studie voor een interieurscène, ca. 1876-83 | schetsboekblad, 11,1 x 17,8 cm | familiearchief J. Voerman/A. Verkade

Voerman, een geduchte concurrent

Als Voerman in de zomermaanden richting het oosten trok, waar hij onder andere in Kampen en Hattem neerstreek, bleef hij druk aan het werk. In plaats van donkere, qua kleur zeer ingetogen scènes schilderde hij juist het landschap, de groene weide, met grazende of rustende koeien en boeren aan het werk. Natuurlijk kwamen ook deze schilderijen niet tot stand zonder de nodige voorstudie. Het waren met name zijn schetsen van koeien die de aandacht trokken van bevriende kunstenaars. Zo had George Hendrik Breitner veel bewondering voor Voermans koeien, want in een brief aan zijn vriend H.J. van der Weele liet hij zich ontvallen dat Voerman, die ‘heele mooie koeienstudies’ maakte, nog wel eens een ‘geduchte concurrent’ voor hem kon worden.(3)

Ook de in Amsterdam gevestigde kunsthandel Frans Buffa & Zonen, waar Voerman sinds 1883 zaken mee deed, zag de meerwaarde van de tekeningen in. Zo stuurde Jacobus Slagmulder, die van 1904 tot aan zijn overlijden de leiding had over de firma, eens een brief aan Jan Voerman waarin hij het volgende schreef: ‘… mijn vrouw heeft er dol veel plezier van, omdat wij zoo erg veel van dergelijke teekeningen houden want schilderijen hebben wij steeds en verhandelen die dagelijks, daarom zegt mij een dusdanig krabbeltje mij zoo veel, het is een klein verhaal zo direct uit het hart van den meester, dus hartelijk dank!’

Voerman sr_Compositiestudies

Jan Voerman sr., Compositiestudies, ca. 1883-87 | schetsboekblad, 12,1 x 20,7 cm | familiearchief J. Voerman/A. Verkade

Bekijk ook

De stad als klooster

De stad als klooster
De Zeven Sacramenten Rogier Van Der Weyden 1440 1445 Koninklijk Museum Voor Schone Kunsten Antwerpen 393 395 Detail