Het onderzoek
In de 19de eeuw verrijkten enkele honderden beeldhouwers Nederlandse pleinen, parken, begraafplaatsen, kerken en gevels met hun beelden en ornamenten. Toch is van de Nederlandse beeldhouwkunst uit deze periode niet veel bekend. Museum Beelden aan Zee vroeg daarom bij de Vereniging Rembrandt een beurs aan om dit deel van de Nederlandse kunstgeschiedenis in kaart te brengen. In een eerste fase inventariseerde Hanna Klarenbeek aantallen, namen en werken van de 19de-eeuwse beeldhouwers. Vervolgens richtte Frédérique Brinkerink zich op één representatieve casus: de beeldhouwersfamilie Stracké. Aan de hand van deze zeer productieve familie onderzocht zij vragen over opleiding, beroepspraktijk en opdrachtgeverschap in de Nederlandse beeldhouwkunst van de 19de eeuw.