De warmte straalt ons tegemoet op dit schilderij van Jan Both (ca. 1618-1652). Het struikgewas licht twinkelend op, de zon laat de lucht aan de horizon geel kleuren. Op de voorgrond zien we twee mannen die rusten langs de kant van de weg. Het tweetal reist over een druk bereden pad, de stad aan de baai in de verte lonkt.
Elders zijn, een ander uitzicht, andere kleuren, geluiden, geuren en smaken ervaren en bovenal een andere temperatuur is wat veel mensen motiveert om op vakantie te gaan. Jan Both vertrok zoals zo veel mannelijke leeftijdgenoten voor meerdere jaren naar Rome, volgens velen op dat moment de plek waar een jongeman zich kon voorbereiden op zijn toekomst.
Daar sloot Jan zich net als zijn oudere broer Andries aan bij het gezelschap van de Bentvueghels, een groep Hollandse en Vlaamse kunstenaars die Rome vanaf de jaren twintig van de 17de eeuw onveilig maakten. Ze hadden ontgroeningsrituelen, eigen liederen en kenden elkaar onder een speciale ‘Bentnaam’. Die luchtige stemming sloeg om toen Andries in 1642 in Venetië verdronk. Jan keerde alleen terug naar Utrecht. Hier maakte hij een hele serie schilderijen van landschappen die hij onderweg en in Italië moet hebben gezien.
Dit landschap met rustende reizigers, dat hij rond 1645 maakte, was de afgelopen maanden in Utrecht te zien in een tentoonstelling over de Bentvueghels. Deze zomer wordt het opnieuw getoond in Aan de horizon, een expositie over reizen door de eeuwen heen.
Het dilemma dat het schilderij blootlegt is: reizen of thuisblijven? Een vraag die niet alleen reizigers zich stellen, ook kunstwerken zijn regelmatig in beweging. Net als voor mensen kent dat reizen ook voor kunstwerken risico’s en bezwaren. Door de reis kunnen kunstwerken ondanks voorzorgsmaatregelen beschadigd raken. Maar los van de risico’s voor de kunst zorgt zo’n reis sowieso voor schade: het brandstofverbruik dat nodig is voor het transport is slecht voor het klimaat, en de verzekeringskosten slaan een flink gat in de begroting van de musea.
Aan de andere kant is er ook veel voor te zeggen één kunstwerk te laten reizen in plaats van honderden reizigers naar het kunstwerk te laten komen. Dit schilderij van Jan Both belichaamt de afweging die aan het maken van een verre reis voorafgaat, tussen de positieve kanten en de ongemakken: deze reizigers zijn moe en het pad is druk en niet altijd even makkelijk begaanbaar. En Both moet zich zeker na de dood van zijn broer hebben afgevraagd of hun verblijf in Rome deze prijs waard was geweest. Maar de wetenschap dat ergens een dergelijk landschap zich uitstrekt, en dat hij, Jan, dat landschap ook aan de thuisblijvende Utrechters kon laten zien, moet hem tot troost zijn geweest. En doordat het museum het werk nu de hele zomer toont, troost het de thuisblijvers vierhonderd jaar later nog steeds.
Deze column is eerder gepubliceerd in het Bulletin van de Vereniging Rembrandt (zomer 2023), in de serie Enerzijds, Anderzijds van Joke de Wolf.