Een ervaring van formaat
Wat ik in tijden van dichte musea wil zien? Frankfurt, de monumentale foto van Andreas Gursky, in het Stedelijk. Daar komt dus niets van in. Het museum houdt zijn deuren gesloten, net als Het Concertgebouw aan de overkant. Met dit verschil: daar is het stil en dat is niet de bedoeling. Het Stedelijk stalt de collectie in alle stilte uit en bezorgt het publiek daarmee een extra kwelling. Niet zo erg als de broodroof die musici aan de overkant treft, wel een groot gemis voor ons, veelal licht verslaafde museumgangers.
Stel: het museum opent tien minuten, waarom dan niet naar een iconisch schilderij gesneld? Kan een foto daaraan tippen? Terechte vraag. Want juist fotografie kan aan eenzame museale opsluiting ontsnappen. Niet alleen vakantiekiekjes en selfies zwerven inmiddels over de hele wereld, ook de foto’s die deel uitmaken van de Collectie Nederland – van Jacob Olie tot Rineke Dijkstra. Via internet verrassen ze nieuw publiek en overtuigen ze oudgedienden. Waar schilderijen als unica alleen ondeelbaar meetellen, zijn foto’s oneindig deelbaar. Daarmee minder begeerlijk misschien, minder museaal.
Zou je denken? Ooit dook Frankfurt op in een bestuursvergadering van de Vereniging Rembrandt, omdat het Stedelijk Museum steun had gevraagd om dit werk te kunnen aankopen en het bestuur daarover een besluit moest nemen.
De foto is een weergave van een kil informatiebord dat niemand negeert maar ook niemand bekoort. Een foto die stevig confronteert: enorme afmetingen, tweeënenhalf bij vijf meter, een overdreven gedetailleerde weergave van alle vliegtijden en daaronder op afstand van elkaar wachtende mensengroepen, desolaat en anoniem.
Bij de bezichtiging in het Stedelijk voelde ik de unheimische sfeer van de foto op me neerdalen. De jaren daarna was het beeld ver weg, misschien bij gebrek aan de sores van vertraagde vluchten. Plotseling zag ik het weer voor me: hoe groot de foto was en hoe scherp alle details. Dat was op donderdag 12 maart 2020, toen Trump aankondigde het Amerikaanse luchtruim te gaan sluiten. De koffers stonden klaar, we zouden zaterdag die kant op vliegen: hoe verslagen waren we en hoe blij daarna. Ternauwernood ontsnapt aan de gruwelijkheden van een luchthaven in tijden van pandemie – met het klapperende geluid van info-updates op de vertrekborden. Thuis ging ik zoeken op internet en daar was Frankfurt. Dát was het beeld dat ik zocht, de perfecte match van actualiteit en beeldkracht. Meteen begreep ik dat de digitale afbeelding nu niet voldeed. Ik wilde me overleveren aan een ervaring van formaat. In de museale context waar Frankfurt de meeste indruk maakt. Dat was diezelfde 12 maart. Rutte sprak het volk toe, het museum ging dicht.
Cas Smithuijsen (Rembrandtlid sinds 2001) is oud-bestuurder van de Vereniging Rembrandt