Erop en eronder: drie droomaanwinsten
Afgelopen donderdag werden in Londen op de prestigieuze Old Masters Evening Sale van Christie's drie droomaanwinsten geveild. Tussen acht uur en half negen hield driemaal een Nederlandse museumdirecteur zijn of haar adem even in. Zou het bijeengebrachte geld, waarvan de Vereniging Rembrandt in alle gevallen een uitzonderlijk groot aandeel had geleverd, genoeg blijken?
Feest in Haarlem
De veilinghamer zweeft nog even, de laatste seconden lijken een eeuwigheid, maar dan wordt het Elegant gezelschap in een Hollandse renaissancezaal toegeslagen aan het Frans Hals Museum. Dat betekent feest in Haarlem: want het museum heeft zojuist een sleutelstuk voor zijn collectie verworven. Samenwerkingen tussen Dirck Hals en Dirck van Delen zijn zeldzaam; geen enkel ander Nederlands museum kan er een tonen. Bovendien is dit vrolijke schilderij exemplarisch voor de originaliteit die aan het begin van de 17de eeuw hoogtij vierde in Haarlem. In het museum is het schilderij een vertrouwd gezicht: het hing er in de periode 1948-2019 als bruikleen van het Rijk. In 2019 is het kunstwerk gerestitueerd aan de erven van de laatste rechtmatige eigenaar - de Joodse verzamelaar Jacob Lierens - die het zojuist hebben laten veilen.
Van Mieris
Naast het Frans Hals Museum signaleerde ook het Leidse Museum De Lakenhal een droomaanwinst in de veilingcatalogus. Het museum heeft zijn oog laten vallen op Frans van Mieris' Muziekles, een recent opgedoken meesterwerk dat sinds 1928 van de radar was verdwenen. Van Mieris behoorde tot de beste schilders van het 17de-eeuwse Leiden; toch ontbreekt zijn late, mooiste werk in De Lakenhal. Gaat de Muziekles daar voortaan verandering in brengen? Omdat werk van dit kaliber zelden op de markt komt, helpt de Vereniging Rembrandt het museum om financieel alles op alles te kunnen zetten. Met vereende krachten kan tot ver boven de geschatte hamerprijs worden geboden. Maar zelfs dat blijkt niet genoeg: het schilderij wordt na een felle biedstrijd afgeslagen aan een onbekende koper voor 2,9 miljoen pond.
Van Wittel
Ook het Amersfoortse Museum Flehite zit deze avond in spanning. Het museum zal voor de tweede keer proberen een grote veduta aan te kopen van Caspar van Wittel. Deze Amersfoortse schilder vertrok rond 1675 naar Italië waar hij furore maakte met zijn stadsgezichten. Net als vorige keer, in december 2020, heeft de Vereniging Rembrandt een groot deel van de financiering toegezegd. Zal het dit keer genoeg zijn? Flehite biedt en biedt, tot het niet meer hoger kan. Dat blijft niet zonder resultaat: de tegenbieder valt stil. Komt dit fraaie Venetiaanse stadsgezicht straks echt naar Amersfoort? Dan stapt plots een nieuwe bieder in. De prijs stijgt tot vlak boven 1,3 miljoen pond - het museum moet afhaken.
Hoe nu verder?
Wat 3-0 had moeten worden, eindigde als één voltreffer en twee gemiste kansen. Omdat topstukken koopkrachtige concurrenten aantrekken, had de Vereniging Rembrandt aan alle musea beduidend meer geld toegezegd dan het gebruikelijke maximale steunpercentage van 50 procent. Bij het schilderij van Dirck Hals en Dirck van Delen bleek dat grove geschut onverwacht niet nodig. Hoe kwam het dat de andere musea toch mis grepen? Wat leert deze veiling ons over de hedendaagse markt voor oude kunst? NRC-journalist Elsje Jorritsma sprak erover met Arent Fock, voorzitter van de Vereniging Rembrandt. Het artikel verschijnt op 14 juli in de papieren krant en is voor NRC-abonnees al digitaal te lezen.