Ereplek voor Oppenheimer collectie Meissen porselein
Geheim
Het verhaal achter de productie van het Meissen porselein op zichzelf is al genoeg voor een belangrijke plek in het museum. Vanaf 1708 werd het eerste Europese porselein gemaakt in het Duitse Meissen. Tot dan waren Europese vorsten en andere rijke verzamelaars aangewezen op het importeren van het immens populaire ‘witte goud’ uit Azië, want alleen daar werd porselein, volgens geheim procedé, vervaardigd. De Saksische keurvorst August de Sterke was zo’n verzamelaar. Aan de Elbe liet hij uit liefde voor porselein er een heel paleis mee inrichten. Hij was dan ook de grote afnemer van de Meisner porseleinfabriek.
Chinoiserie
Ook zeer bijzonder zijn de Meisner porseleindecoraties, waarin de Aziatische invloed nog lange tijd zichtbaar bleef. Eerst werd het porselein in kleine ateliers in Augsburg met zogenoemde ‘Hausmalerei’ decoraties beschilderd, maar na de komst van Johan Gregorius Höroldt verhuisde ook de decoratielijn naar Meisner. Deze porseleinschilder bedacht de Chinoiseriedecoraties met Chinese figuurtjes in vergulde cartouches, lange tijd het handelsmerk van het Meissen porselein. Höroldt experimenteerde ook met prachtige nieuwe kleurcontrasten en het aanbrengen van kleur in de klei in plaats van op het glazuur.
Echtpaar Oppenheimer
Toen begin 20ste eeuw delen van de koninklijke collecties in Dresden werden afgestoten, zagen Franz en Margarete Oppenheimer hun kans schoon. In de jaren tot de Tweede Wereldoorlog legde het Berlijnse echtpaar een topcollectie van het Meissen porselein aan. De verzameling omvat de complete ontwikkeling van het Meissen porselein en ook dat is een reden om gelukkig te zijn dat de collectie grotendeels bijeen gehouden en te zien is.
Tweede Wereldoorlog
De geschiedenis van deze prachtige collectie kent ook een treurige dimensie. Toen de Joodse Franz en Margarete in 1936 nazi-Duitsland ontvluchtten, moesten zij ook hun porseleinverzameling verkopen om zo de nazi-belasting op Joodse vermogens te betalen. Daarna kwam de collectie in handen van een Amsterdamse verzamelaar, en door een gedwongen verkoop vervolgens in een Oostenrijkse zoutmijn, een geheim ‘depot’ van de nazi’s voor talloze geroofde kunstwerken. Na de bevrijding bracht de Nederlandse staat de verzameling grotendeels onder bij het Rijksmuseum, waar de uitzonderlijke collectie nu te zien is op de meest prominente plek in het museum.
Met dank aan
Deze aankoop is tot stand gekomen met steun van de Vereniging Rembrandt (mede dankzij haar Themafonds Toegepaste kunst en Design en haar Themafonds Keramiek en de jaarlijkse bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds), het Mondriaan Fonds, het Nationaal Aankoopfonds van het ministerie van OCW, de VriendenLoterij en een particuliere begunstiger via het Rijksmuseum Fonds.
Foto's van het teruggekochte Meissen porselein uit de Oppenheimer collectie vind je hier.