


Anish Kapoor, Untitled, 2018 | albast, H 104 cm | Kröller-Müller Museum, Otterlo | gesteunde aankoop uit 2021
Zwart gat, hemels licht
In de kunstwereld wordt vaak gezegd dat alle kunst ooit modern was en dat het maken van een keuze uit het enorme aanbod ook een kunst is. Bij het kopen van een eigentijds kunstwerk krijg je immers geen garantiebewijs waarmee je je verzekerd weet van een meesterwerk dat de tand des tijds zal doorstaan. Je zult het moeten doen met je persoonlijke overtuiging, met het eigen gevoel voor kwaliteit en de tijdgeest.
Het bijzondere is nu dat kunstwerken los kunnen komen van de betekenis die ze aanvankelijk hadden, of van de duiding die ze in de loop der jaren hebben gekregen. Ook al blijven ze verbonden met verhalen uit de periode van hun ontstaan, deze kunstwerken bereiken een status en een waardering die over de tijd heen is gegroeid. Hoe dat proces zich voltrekt is uitvoerig bestudeerd, maar voor mij blijft het in essentie een prachtig, fascinerend raadsel.
De oorsprong van dit alles is natuurlijk de kunstenaar, de persoon die iets schept dat er nog niet was, daarvoor niet altijd een duidelijke aanleiding heeft, anders dan de eigen wens het te maken. Die scheppingen zien er bij voorkeur niet uit als de dingen waaraan we gewend zijn en hoeven soms niet eens door de kunstenaar zelf vervaardigd te worden. Zo’n kunstenaar is Anish Kapoor. Wij kennen elkaar nu een jaar of veertig en zijn ergens in die tijd bevriend geraakt. Anish blies mij van de sokken met het werk Descent into Limbo (Afdaling in het ongewisse) dat in 1992 te zien was op Documenta IX. Kort omschreven is het een donkere cirkel op de vloer die een peilloze diepte suggereert. Je gelooft je ogen niet maar durft ook niet uit te vissen of het echt een gat is. Ik was destijds drukdoende met de laatste voorbereidingen voor de opening van De Pont en wist na het bezoek aan Kassel één ding zeker: dit werk moest ook bij ons getoond worden. Zo’n moment dus,een coup de foudre, zoals de Fransen het plotsklaps verliefd worden omschrijven. Anish ging akkoord en het werk werd nog dezelfde zomer in Tilburg geïnstalleerd in een van de zogenaamde wolhokken. Het kromp daarvoor in omvang, van enkele meters doorsnede tot een gat van 60 cm diameter, maar de impact die het werk op bezoekers heeft is er niet minder groot om, integendeel.
Jaren later was ik medeorganisator van een tentoonstelling in en rond een drietal kloosters in het Brabantse Oosterhout. Daar konden we in een kapel twee nieuwe werken van Anish tonen die zo’n zelfde spel met de waarneming spelen, maar dan met licht in plaats van duisternis. Een van deze werken werd na afloop van de tentoonstelling met steun van de Vereniging Rembrandt verworven door het Kröller-Müller Museum. De albasten steen is aan de voorzijde bewerkt zodat er een ovale holte is ontstaan met een messcherpe begrenzing die vrijwel onzichtbaar is, net als bij de cirkel in Tilburg. In die holte doemt een eivorm op die lijkt te zweven, gestreeld door licht dat door de dunne achterwand in de steen weet door te dringen. Een ogenschijnlijk onmogelijk schouwspel, net als dat zwarte gat in De Pont en even geheimzinnig verwijzend naar de diepste levensvragen. ‘Stel dat je God zou kunnen ontmoeten en je kijkt hem aan, dan resteert toch de vraag wat zich achter zijn rug bevindt,’ zei Anish daarover.
Hendrik Driessen
voormalig directeur De Pont

Anish Kapoor, Descent into Limbo, 1992 | Fiberglas, acrylmedium en pigment, Ø 60 cm | De Pont Museum, Tilburg