Dichter bij Beckmann
Kijken is bekeken worden. Dat is zo prachtig aan schilderkunst. Je kijkt ernaar en je bent in verbinding. Door echt te kijken ga je het gesprek aan. Natuurlijk is dat een beetje anders dan een gesprek van mens tot mens. Het zijn de kleuren, de lijnen, de vormen en de structuur die de voorstelling maken en de verbeelding voeden. Hoe langer je kijkt hoe intenser je beleving, althans, zo ervaar ik dat zelf. En toch, ik ben zo iemand die in een museum heel vluchtig kunst tot zich neemt.
Met een gehaast leven en een referentiekader vanuit de kunstgeschiedenis benader ik schilderijen te vaak als een puzzelstukje dat wel of niet op zijn plek valt in een groter geheel, waardoor ik niet meer goed kijk. Niet iets om trots op te zijn, maar misschien herkenbaar. Ik koester dan ook de intense gesprekken met de schilderijen die ik – als ik daar nu zo over nadenk – als een kralenketting in mijn herinnering met mij meedraag. Elke keer als je zo’n schilderij opnieuw ziet, soms in een tentoonstelling, vaker in de vaste opstelling van een museum, wordt die band intenser. Als je de ware schoonheid van een schilderij ontdekt, voelt dit als een vriendschap. Zoals mijn oud-collega zei: eerst kijken, dan zien.
Maar wil je echt met een schilderij in gesprek raken, dan moet je er dicht op staan om zo de onderdelen van de voorstelling in detail te kunnen bekijken. Echt, dat moet je eens doen! Een detail van Rembrandt wordt dan een Bonnard, een Mondriaan, een Picasso. Maar bovenal brengt het je dichter bij de schilder. Zo onderzocht ik samen met een restaurator tijdens een bezoek in Zürich de handtekening van Max Beckmann, rechtsboven in het schilderij van Zandvoort. We keken door een vergrootglas of een klein breuklijntje in de verf van de azuurblauwe zee doorliep in de zwarte letters van de signatuur. Een trucje om de authenticiteit van een signatuur te bevestigen.
Door het
schilderij zonder lijst op tafel voor het raam in het daglicht in detail
te bekijken, ontdekte ik voor mijzelf het citroengeel dat Beckmann als
ondergrond gebruikte voor het strandstoeltje dat ons in de voorstelling
het strand op leidt. Ik zag ineens hoe vlot en waterig de vlaggenmast is
geschilderd. Hoe de vlaggen wapperen in de wind. En ineens was ik zo
dichtbij. Het was alsof ik zelf in de voorstelling stond, alsof ik het
zonlicht op mijn huid voelde branden en alsof Beckmann me toefluisterde:
Hier ben ik, op het strand.
Op zo’n moment voelt het als een
schilderij van gisteren. Het is zo levendig, zo mooi. Vanaf dat ogenblik
is het een kraal aan de ketting en weet je dat elk weerzien leidt tot
een intenser gesprek. Als zo’n schilderij na een groot avontuur
onderdeel wordt van de collectie van het museum en permanent op zaal te
zien is, dan voelt dat als een groot geschenk. Daar ben ik dankbaar
voor.
Doede Hardeman is hoofd collecties in Kunstmuseum Den Haag.
Meer weten over dit geweldige strandgezicht? Klik hier.