Een geestverwant
Er is een verzamelaar die mij al een tijdje fascineert. Hij is de
ster van een YouTube-clip die ik minstens twintig keer heb
bekeken. Even dacht ik dat we precies hetzelfde deden, dat
we allebei nutteloze, maar aantrekkelijke dingen verzamelen.
Gewoon, omdat we van mooie dingen houden. Dingen die
soms bijna waardeloos zijn, maar waarvan we de vorm of de
glans niet kunnen weerstaan. Vanuit een soort kunstliefde.
Maar daar begon het te wringen. Want de verzamelaar uit de
clip is geen mens, maar een vogel. Een satijnblauwe prieelvogel om precies te zijn. En die verzamelt niet uit kunstliefde.
Snoeppapiertjes
De voorkeur van de satijnblauwe prieelvogel gaat vooral uit naar felblauwe dingen, zoals snoeppapiertjes, flessendoppen en plastic bestek. Die spullen slepen de vogels naar hun nest om de aandacht te trekken van potentiële partners. Zodat ze zich kunnen voortplanten. Dat praktische doel zette mij aan het denken. Verzamel ik echt uit kunstliefde? Of heb ik onbewust ook een doel? Dat leek me waarschijnlijk. Maar welk? Want een partner heb ik al. Ik besloot dat grondiger uit te zoeken, beginnend met de vraag waarom mensen eigenlijk mooie dingen verzamelen. Het is namelijk best een rare gewoonte. Je kunt die spullen immers niet eten en ze hebben geen enkel ander praktisch nut. Het einddoel is zelfs volstrekt onduidelijk. Flippo’s of alle soorten Happy Meal-speeltjes die ooit zijn uitgegeven – okay. Maar een collectie kunstwerken? Wanneer is zoiets af? Geen kunstverzamelaar die het je kan vertellen. En toch werken ze gestaag door. Ze zoeken, keuren, kopen, verschepen en verslepen. Soms een leven lang. Misschien is dat precies de bedoeling. Is het zoals de filosoof Schopenhauer vermoedde, dat mensen altijd op zoek zijn naar een doel in het leven, omdat het leven zelf geen doel heeft. Storten we ons daarom op tijdrovende hobby’s waaraan we eindeloos kunnen blijven bouwen en schaven. Zodat het altijd mooier of beter lijkt te worden, maar vooral nooit af is.
Verhalen vertellen
Nu was Schopenhauer een onverbeterlijke pessimist. Er zijn ook vrolijker verklaringen te verzinnen. Zoals de menselijke behoefte aan verhalen. Omdat verhalen ons helpen verklaren wat we niet begrijpen, waardoor we beter uit de voeten kunnen met onszelf en onze omgeving. U denkt nu misschien: ‘Wat heeft dat met het verzamelen van kunst te maken?’ Het antwoord is: heel veel, want kunstwerken zijn verhalen. Of beter gezegd: ze dragen verhalen in zich. Op allerlei manieren. Zoals het zonlicht in een geschilderd landschap kan doen denken aan een onbezorgde zomer uit je
jeugd. Of juist aan een verloren vakantieliefde. Goede kunstwerken bevatten eindeloos veel verhalen. Vraag aan honderd museumbezoekers (vóórdat ze het tekstbordje lezen) om het drieluik van Paula Rego te duiden, en je krijgt honderd verschillende antwoorden. Hoe dat kan? Omdat de voorstelling mysterieus is en omdat Rego alles – ook in technisch opzicht – zo meesterlijk heeft uitgevoerd.
Onbetaalbaar
We doorgronden de scènes niet, maar zien wel allerlei dingen die we herkennen. Mensen van vlees en bloed, met emoties die verdomd veel op de onze lijken. Emoties die we duiden vanuit de situatie waarin wij ons op dat moment bevinden. We projecteren ze. Daarom verschilt de persoonlijke betekenis van zo’n kunstwerk per keer. Als je net een dierbaar iemand hebt verloren, voel je iets anders bij The Pillowman dan een half jaar eerder, toen je leven in rustiger vaarwater was. De beste kunstwerken laten ons niet alleen zulke heftige emoties projecteren. Ze geven ook iets onbetaalbaars terug. Ik kan het niet precies uitleggen, maar het gevoel lijkt op een sensatie die ook muziek teweeg kan brengen. Een ervaring die meer is dan eenrichtingsverkeer. Jij luistert, maar de muziek lijkt ook jou te horen. Op diezelfde manier troostte de ‘kussenman’ van Rego een paar maanden geleden niet alleen de afgebeelde mensen, maar ook mij.
Aanwinsten die ertoe doen
Een kunstwerk dat je zo kan raken, zou je het liefst altijd dichtbij je willen hebben. Thuis bijvoorbeeld. Nou weet ik niet hoe het met u zit, maar The Pillowman is beslist altijd buiten het bereik van mijn portemonnee geweest. En dat is maar goed ook, want zo’n sterk kunstwerk moet dagelijks door veel meer mensen gezien kunnen worden. Alleen al daarom verdient het Kunstmuseum een groot compliment voor deze aankoop. Voor de verwerving ontving het museum financiële steun van de Vereniging Rembrandt, waar ik sinds drie jaar als redacteur werkzaam ben. Dat maakt het volgende een beetje verdacht, en daarom hoop ik dat u mij gelooft als ik zeg dat ik het oprecht meen. Dat ik het ook had gezegd als ik er niet werkte. En dat ik het al ruim tien jaar tegen alle kunstliefhebbers in mijn omgeving zeg. Namelijk: dat ze lid van deze vereniging moeten worden, omdat je dan direct bijdraagt aan aankopen van dit kaliber. Die doen ertoe. Écht. Want iedereen verdient zijn eigen ‘kussenman’.
Deze column is eerder verschenen in het tijdschrift Tableau.