Vereeuwigd
Gewoon in de betekenis dat ze er relatief alledaags uitzien. Zo alledaags dat ze echt zouden kunnen bestaan. Soms klopt dat ook. In het drieluik The Actors – nu te zien in Kunstmuseum Den Haag in de tentoonstelling Universum Max Beckmann – heeft Beckmann rechts onderaan een vriendin vereeuwigd: Marie-Louise von Motesiczky (1906-1996). Ze is afgebeeld naast Beckmanns vrouw Mathilde (1904-1986), met wie ze ook een bijzondere band had. Het was bij Motesiczky thuis dat Beckmann en Mathilde elkaar voor het eerst ontmoetten. Net als de Beckmanns, ontvluchtte Motesiczky eind jaren ‘30 haar moederland - Oostenrijk in haar geval - vanwege de nazi’s. De Beckmanns belandden in Amsterdam, Motesiczky in Londen.
Kunstenaarsblik
Pas in 1946 kon ze haar vrienden weer opzoeken in Nederland. En als we niet hadden geweten dat Marie-Louise von Motesiczky óók kunstenaar was (Beckmann was een van haar leraren) dan hadden we dat wel opgemaakt uit de brieven die ze schreef aan haar geliefde, de schrijver Elias Canetti. Het zijn bijzondere brieven, die blijk geven van een sensitieve geest, van humor, en van een kunstenaarsblik. Tijdens dat bezoek aan Nederland schreef Motesiczky over de Noordzee: 'Nun war ich schon im Meer ... noch schöner und grösser (als das Reichsmuseum) - wenn das Meer meine Mutter wäre würden Sie gewiss immer mit mir einverstanden sein'. Ze was ook verliefd op het Hollandse licht, dat ze terugzag in de schilderijen die Beckmann tijdens de oorlogsjaren in Nederland had gemaakt. Maar liefst 50 kunstwerken toonde Beckmann haar, en allemaal maakten ze diepe indruk: ‘[Ich] bin ehrlich überwältigt und zutiefst erschüttert davon’, schreef ze Canetti.
Toevluchtsoord
Maar die krachtige kunst was niet zonder offer gekomen. Volgens Motesickzy was Beckmann veranderd in een bezetene, ‘mit dem ein Umgang kaum mehr möglich ist‘. Tijdens de oorlogsjaren was voor Beckmann - vermoedelijk nooit de meest soepele mens in de omgang – zijn kunst een nog belangrijker toevluchtsoord geworden. Een schilderij dat daarvan op een bijzondere manier getuigt is Apollo, dat in 2020 is aangekocht met steun van de Vereniging Rembrandt door Museum Boijmans Van Beuningen.
Raadselachtig
Apollo is niet het meest toegankelijke schilderij van Beckmann. De voorstelling is dusdanig raadselachtig dat we er
eigenlijk een beetje uitleg bij nodig hebben. En daar hield Beckmann niet van, hij vond dat zijn kunst voor zich sprak. Wie er uitleg bij nodig had, had pech. Maar het geluk wil dat Beckmann Apollo cadeau
gaf aan Mathilde, waardoor hij zich waarschijnlijk verplicht zag toch wat uitleg te geven. En daarover heeft Mathilde later het
volgende opgeschreven: 'Achter de ketting, rechts in beeld, staat een
grote champagnefles als symbool van vreugde en blijmoedigheid. Links
achter de ketting bevindt zich een grote trechter, de trechter der
wijsheid. Alles dat achter de ketting te zien is, staat voor de dingen
die tijdens het naziregime onbereikbaar en verboden waren. De ketting
zelf verbeeldt de banvloek en de druk, die op al het geluk en al het
verlangen naar cultuur en het geestelijke leven lag. Waarschijnlijk heet
het schilderij vanwege die betekenis Apollo – de naam van de god van de
poëzie, de openbaringen en genezende krachten.'
Ansichtkaart
Uit Beckmanns dagboeken weten we dat hij aan Apollo begon na een vakantie in Zuid-Limburg. De Beckmanns bekeken er de Gemeentegrot in Valkenburg, waar ze vermoedelijk een ruimte te zien kregen die de inspiratie voor Apollo vormde: een kamer in de grot waarin twee metershoge flessen staan, reclamemateriaal van het bekende Champagnehuis Heidsieck. Ook vind je er een reliëf van een figuur op een gevleugelde leeuw, met een vijvertje ervoor. Beckmann maakte er vermoedelijk geen tekeningen. Daarvoor was het er te donker en te koud. Wat hij waarschijnlijk wel deed bij de uitgang van de Gemeentegrot: een ansichtkaart kopen. Beckmann had een hele collectie ansichten, waaruit hij soms een kaart opdook als inspiratie voor een schilderij.
Gekoesterd
In het Beckmann-archief in München bevindt zich geen ansicht van de Gemeentegrot, maar daar kunnen allerlei redenen voor zijn. De kaart kan verloren zijn tijdens de verhuizing van de Beckmanns naar de VS. Of misschien raakte de kaart tijdens het maakproces van Apollo besmeurd met verf, en besloot Beckmann de kaart weg te gooien. Hoe het ook zij: Apollo werd voltooid, en het schilderij werd gekoesterd in huize Beckmann. Er bestaat een foto van het interieur van hun appartement in New York met Apollo aan de wand.
Bijzondere reden
Mathilde liet het schilderij in 1986 na aan haar vriendin Marie-Louise von Motesiczky, mogelijk met een bijzondere reden. Want de figuur van Apollo is dan wel gebaseerd op dat reliëf in de Valkenburgse Gemeentegrot, een liggende vrouw zoals die op het schilderij zoek je in de grot tevergeefs. Het verhaal gaat dat Beckmann deze figuur baseerde op iemand die echt bestond, een goede vriendin zelfs. Inderdaad: Marie-Louise von Motesiczky.