Van ons allemaal sinds 1952

Marc Chagall schilderde Hommage à Apollinaire tijdens zijn eerste verblijf in Parijs, waar hij onder de indruk raakte van het kubisme. Dit schilderij met zijn gefragmenteerde vormen getuigt van die fascinatie. De cirkel kan gezien worden als aardbol, maar ook als wijzerplaat, met Adam en Eva in het centrum – de mens als middelpunt van tijd en ruimte. Chagall droeg het schilderij op aan de dichter en kunstcriticus Guillaume Apollinaire, pleitbezorger van het kubisme en surrealisme in Parijs. Ook Canudo, Cendrars en Walden, de andere namen die rond het hart linksonder zijn vermeld, waren voorvechters voor de nieuwe kunststromingen uit die tijd.

'In de toekomst zou men dit werk van Chagall wel eens als een zeer belangrijke aankoop kunnen beschouwen, ook al zijn thans zeer vele niet geneigd aan deze kunstuiting waarde toe te kennen.'
I.Q. van Regteren Altena, bestuurslid Vereniging Rembrandt, 1952

Waarom gesteund

De aankoop van Marc Chagalls Hommage à Apollinaire in 1952 markeert een belangrijk moment in de geschiedenis van de Vereniging Rembrandt. Het bijdragen aan moderne kunst was tot dan toe taboe. De aanvraag van het Van Abbemuseum voor de Chagall leidde dan ook tot een stevige discussie binnen het bestuur, te meer omdat het om een levende meester ging. Met één stem verschil wonnen de voorstanders, zodat het Van Abbemuseum in staat werd gesteld het werk te kopen. Het zou nog enkele jaren duren voordat de discussie over het steunen van aankopen van kunst na 1900 volledig verstomde.